De Boerenzwaluw is een echte boerenlandvogel, een luchtacrobaat van het boerenerf. De nesten worden bij voorkeur gemaakt in boerenschuren. Van april tot oktober verblijven ze in Nederland, de winter wordt in zuidelijk Afrika doorgebracht.
De Boerenzwaluw is blauwzwart van boven. Het voorhoofd en de kin zijn rood, hij heeft een zwarte borstband en de rest is roomwit. Hij heeft een lang gevorkte staart en vliegt daarmee behendig door de lucht om insecten te vangen. Om te drinken vliegen ze vlak boven het wateroppervlak en steken af en toe hun snavel in het water.
De zwaluw broedt in los kolonieverband in de periode mei-augustus. Soms leggen ze zelfs twee (juni-juli) of drie keer per jaar (augustus) eieren afhankelijk van de omstandigheden (weer/voedsel). Per legsel heb je vaak 3-6 eieren en het duurt 12-16 dagen voor de eieren uitkomen. De zwaluwen metselen hun nesten van klei en leem, vaak op randen en richels in koeien-, varkens- of paardenstallen.
Zowel hoog als laag, maar ook wel onder bruggetjes, of aan sluizen of onder brede dak overstekken. Jongen zitten zo’n 20-24 dagen in het nest voordat ze uitvliegen, maar soms langer als het weer slecht is.